bewijsmateriaal

Dutch

Etymology

Compound of bewijs + materiaal. First attested in the 1870s.

Pronunciation

  • IPA(key): /bəˈʋɛi̯s.maː.teː.riˌaːl/, /bəˈʋɛi̯s.maː.tə.riˌaːl/, /bəˈʋɛi̯s.maː.triˌaːl/
  • (file)
  • Hyphenation: be‧wijs‧ma‧te‧ri‧aal

Noun

bewijsmateriaal n (plural bewijsmaterialen)

  1. (chiefly collective) (piece of) evidence
  2. (law, archaeology, chiefly collective) (piece of) material evidence
    • 1874 April, D.J. Mom Visch, "Gezworenen en schepenen", De Gids, vol. 38, pages 22 & 23.
      De thans meer zelfstandig geworden gezworenen vervullen voortaan in het proces deze functie, dat zij het product van het, door hen als 't ware, verwerkte bewijsmateriaal aan den rechter overleveren, maar (en wij komen daarop nader terug) de rechter oefent door zijn leiding, op hun beslissing, althans voor zoover daarbij rechtsvragen ter sprake komen, een grooten, ja overwegenden invloed uit, en kan zelfs onder zekere voorwaarden hun verdict buiten werking laten.
      (please add an English translation of this quote)

Descendants

  • Afrikaans: bewysmateriaal
  • West Frisian: bewiismateriaal
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.