meert

Dutch

Etymology

Related to marter, West Frisian murd.

Pronunciation

  • IPA(key): /meːrt/
  • (file)
  • Hyphenation: meert
  • Rhymes: -eːrt

Noun

meert m (plural meerten)

  1. (Groningen, dialectal) polecat
    • 1914 February 2, "Over ons Dialect, XI.", Nieuwsblad van het Noorden, second part.
      Zit een „meert” in benauwdheid, dan stoot hij allerakeligste klanken uit.
    • 1929 March 16, "Praatjes bij plaatjes", Nieuwsblad van het Noorden, third part.
      Misschien heeft hier indertijd een boederijtje gestaan, waar de „meerten” veelvuldig voorkwamen.
    • 1934 January 27, "De veldmuizenplaag. En de nuttige meert of bunzing.", Nieuwsblad van het Noorden, seventh part.
    • 1976 September 6, "Sportaccommodatie in de oosthoek van Kollumerland sterk verbeterd", Leeuwarder Courant, page 23.
      Met de onthulling van de naam „'t Meertenust” (een meert heet in Friesland meestal murd of bunzing) op de voorgevel van de nieuwe cantine, heeft loco-burgemeester Jogchum Tigchelaar zaterdagmorgen te Halfweg een aantal sportaccommodaties officieel geopend, waarvan deze kantine een onderdeel vormt.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.