muskuskat
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈmʏs.kʏsˌkɑt/
- Hyphenation: mus‧kus‧kat
Noun
muskuskat m (plural muskuskatten, diminutive muskuskatje n)
- (historical, obsolete) raccoon
- 1671, Arnoldus Montanus, De Nieuwe en Onbekende Weereld: of Beschryving van America en 't Zuid-Land, publ. by Jacob Meurs, 126, 127.
- Voorts voed Nieuw - Nederland veel muſcus-katten, byſonder op waterige gronden. Deſe beeſten zijn boven gemein ſchoon : de huit door ſwarte vlakken aerdig onderſcheiden : de bek staet vol ſcharpe tanden: de ſtaerten ſleepen lang achterna.
- 1702, Eduward Melton, Zeldzaame en Gedenkwaardige Zee- en Land-Reizen, Jan Verjager (publ.), 145.
- Gedaante der Muskus-katten, en waar de Sivet van daan komt.
- 1786, W: E: de Perponcher, Nieuwe aardrijks-beschrijving voor de Nederlandsche jeugd, vol. 3, Wed. J. van Schoonhoven (publ.), 363.
- De gootſte[sic] rykdom van Canada beſtaat, in deszelfs gedierten, waarvan de huiden en pelteryen, beiden in de handwerken en koophandel, van groot gebruik en voordeel zyn. Byzonder vindr[sic] men er harten, elandsdieren, beeren, vosſen, marders, wilde katten, eenkhoorens grys van kleur, muskus katten, beevers, otters, en in 't zuiden, buffels, reëen, gieten en wolven, die zeldzaam, maar zeer fraai van bont zyn.
- 1671, Arnoldus Montanus, De Nieuwe en Onbekende Weereld: of Beschryving van America en 't Zuid-Land, publ. by Jacob Meurs, 126, 127.
- (historical, obsolete) civet
- 1678, Seer gedenckwaerdige vojagien, van Johan Sanderson, Hendrick Timberly, en Capᵗ. Johan Smith, Door Europa, Asia en America, publ. by Jochem van Dyck, 11.
- Tot Cairo wierdt my getoont van wat ſlagh van Serpenten de Moeren hun Theriaeckel toeſtellen / ick ſagh daer oock wilde en byſondere Bergh-katten, kleyne en groote Apen, Muskus-katten, Gafels, geheele lichamen van Mumia en Crocodillen, ſoo op het landt als in water levende/ die men my aen mijn deur te koop bracht.
- 1748, Historische beschryving der reizen, vol. 4, Pieter de Hondt (publ.), 326.
- De Civet- of Muskuskat is gemeen, in dit Gedeelte van Afrika, tusſen de Sanaga en den berg Atlas; zo wel, als in't Koningryk Naria (6) by Abisſynië, en dat van Quoja, beneeden Sierra Leona.
- 1830, Johannes Olivier, Jz., Land- en zeetogten in Nederland's Indië, vol. 3, publ. by C. G. Sulpke, 81.
- De bosschen en wouden bevatten wijders nog dassen, hazen, muskus-katten (Moschus memana), jakhalzen en eene menigte van apen, van witte, zwarte en roode kleur.
- 1843, Beschrijving der zoogdieren, volgens Buffon, in de volgorde van Cuvier, vol. 1, W. P. van Stockum (publ.), 136.
- Men heeft deze dieren muskus-katten of civet-katten genoemd ; ondertusschen hebben zij niets gemeens met de kat, dan de vlugheid des ligchaams, en zij gelijken meer naar den vos, vooral ten opzigte van den kop.
- 1678, Seer gedenckwaerdige vojagien, van Johan Sanderson, Hendrick Timberly, en Capᵗ. Johan Smith, Door Europa, Asia en America, publ. by Jochem van Dyck, 11.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.