paardenlul
Dutch
Alternative forms
- paardelul
Pronunciation
- IPA(key): /ˈpaːr.də(n)ˌlʏl/
Audio (file) - Hyphenation: paar‧den‧lul
Noun
paardenlul m (plural paardenlullen, diminutive paardenlulletje n)
- (vulgar) dickhead
- (vulgar) horse cock (large penis)
- (literally) equine dick, horse penis
- 1984, in Paul De Wispelaere, Vlaamse verhalen na 1965, Manteau, page 54.
- Hij staarde naar de geweldige, de legendarische paardelul, waar ze reeds zo dikwijls om gelachen hadden.
- 1996, "Absurde context", in Onze Taal, vol. 65, page 309.
- In een van mijn sketches komt de muzikant Jan Vos een slagerij binnen om een paardenlul te bestellen, want daar wil hij een blokfluit van maken.
- 1984, in Paul De Wispelaere, Vlaamse verhalen na 1965, Manteau, page 54.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.