proef

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /pruf/
  • (file)
  • Rhymes: -uf

Noun

proef f (plural proeven, diminutive proefje n)

  1. test, experiment
    Hoewel de bussen normaal gesproken worden aangedreven met een dieselmotor, is er een tijdelijke variant met brandstofcellen op waterstof gemaakt voor een proef van 2 jaar hoe een dergelijke bus voldoet in het veld.
    Although normally the buses are operated by diesel motor, there is a temporary variant made with hydrogen fuel cells for a 2-year test of how such a bus carries through in the field.

Synonyms

Verb

proef

  1. first-person singular present indicative of proeven
  2. imperative of proeven
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.