stokstaartje

Dutch

stokstaartje

Etymology

From stok (stick) + staartje (little tail).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈstɔkˌstaːrtjə/

Noun

stokstaartje n (plural stokstaartjes)

  1. meerkat
    • 2016 March 25, "Paasontbijt voor stokstaartjes in DierenPark", AD.
      De nieuwsgierige stokstaartjes moeten even wennen aan de gekleurde eieren, maar lieten het zich toch goed smaken.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.