uit de kluiten gewassen

Dutch

Etymology

Earliest known Dutch usage in the beginning of the 18th century in Derde Meydag of Verhuystijd (1708) by S.v. Rijndorp (En 't is een keerel uyt den kluyten, Die als een kaatsbal op kan stuyten). The phrase was originallly used to describe a tree or plant that had grown exceptionally big, and was later used for people as well.[1]

Phrase

uit de kluiten gewassen

  1. strapping
    een uit de kluiten gewassen kerel: a strapping lad

References

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.