figuur
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Abréviations
- fig.
Synonymes
Dérivés
- actiefiguur
- achtergrondfiguur
- appelfiguur
- bijfiguur
- compromisfiguur
- cultfiguur
- dansfiguur
- figuraal
- figurisme
- figurist
- figuurgedicht
- figuurlijk
- figuurnaad
- figuurraadsel
- figuurrijden
- figuurstudie
- figuurzaag
- figuurzwemmen
- hoofdfiguur
- ik-figuur
- klankfiguur
- krachtfiguur
- Lissajousfiguur
- modderfiguur
- naaktfiguur
- onderwereldfiguur
- operettefiguur
- peerfiguur
- pleefiguur
- poolfiguur
- randfiguur
- rechtsfiguur
- rubensfiguur
- ruimtefiguur
- schaduwfiguur
- schertsfiguur
- sleutelfiguur
- spoelfiguur
- sprookjesfiguur
- stijlfiguur
- stripfiguur
- topfiguur
- vaderfiguur
- vrouwenfiguur
- zandloperfiguur
- zwartfigurig
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « figuur »
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.