aalscholver

Dutch

Etymology

Compound of aal (eel) + scholver (cormorant).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈaːlˌsxɔl.vər/
  • (file)
  • Hyphenation: aal‧schol‧ver

Noun

aalscholver m (plural aalscholvers, diminutive aalscholvertje n)

  1. cormorant (a kind of seabird)
    • 1825, Jacobus Scheltema, "Iets, over de boetseerkunst, in was, van den heer Petrus Koning, te Utrecht", in Mengelwerk (edition of Vaderlandsche letteroefeningen), 665.
      Een geopende aalscholver of aalslokker (de palingdief), tot het geslacht der pellikanen behoorende, is onder deze, als een der voornaamste stukken, opmerkelijk.

Synonyms

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.