aanbevelenswaard

Dutch

Etymology

Compound of aanbevelen (to recommend) + -s- + waard.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌaːn.bə.veː.ləns.ˈʋaːrt/
  • (file)
  • Hyphenation: aan‧be‧ve‧lens‧waard

Adjective

aanbevelenswaard (not comparable)

  1. recommendable, advisable
    Synonym: aanbevelenswaardig

Inflection

Inflection of aanbevelenswaard
uninflected aanbevelenswaard
inflected aanbevelenswaarde
comparative
positive
predicative/adverbial aanbevelenswaard
indefinite m./f. sing. aanbevelenswaarde
n. sing. aanbevelenswaard
plural aanbevelenswaarde
definite aanbevelenswaarde
partitive aanbevelenswaards
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.