betrekkend

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Participle

betrekkend

  1. present participle of betrekken

Declension

Inflection of betrekkend
uninflected betrekkend
inflected betrekkende
comparative
positive
predicative/adverbial betrekkend
betrekkende
indefinite m./f. sing. betrekkende
n. sing. betrekkend
plural betrekkende
definite betrekkende
partitive betrekkends
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.