ijsco

From IJsco, clipping of IJscompagnie, used for several ice cream companies in the Netherlands in the 1910s and 1920s (first in Amsterdam in 1913). First attested as a common noun in 1918.

• IPA^(key): /ˈɛi̯s.koː/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: ijs‧co

ijsco c (plural ijsco's, diminutive ijscootje n)

1. (Netherlands, dated) an ice cream
   • 1918 August 13, E.A. Couvee, "Ingezonden stukken", Bredasche courant, vol. 128, issue 102, page 2.

     U moet n.l. weten, dat dezen door de directrice en vrouw Mathijsen meermalen waren onthaald op ritten in de Rodelbaan[,] koek, ijsco's enz., en dat genoemde Meeuwis reeds zorgde voor ritten in de caroussel, in ruil voor water uit de Centrale Keuken.

     (please add an English translation of this quote)

   Synonym: ijsje

• ijscokar
• ijscoman
• ijscowagen
• ijscovrouw