lakenlood

Dutch

Etymology

laken (cloth, sheet) + lood (lead)

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈlaːkə(n)ˌloːt/
  • Hyphenation: la‧ken‧lood

Noun

lakenlood n (plural lakenloden, diminutive lakenloodje n)

  1. A lead seal used to document the origin and quality of cloth.
    • 1991, J. H. F. Bloemers, T. van Dorp, Pre- & protohistorie van de Lage Landen, page 385:
      Dat het gaat om een stedelijk ambacht blijkt uit de vondst van zogenaamde lakenloden en staalloden, die aan het weefsel werden gehecht als kwaliteitsmerk voor respectievelijk het weefsel en de geverfde kleur, en waarop stadswapens de plaats van vervaardiging aangeven.
    • 1996, Geschiedenis van Dordrecht tot 1572, page 41:
      Lakenlood waarop dezelfde toren en stadsmuur staan afgebeeld als op het stadszegel.
      Lead seal upon which are the same tower and city wall as are depicted on the city seal.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.