lijzig

Dutch

Etymology

From lijs + -ig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈlɛi̯.zəx/
  • (file)
  • Hyphenation: lij‧zig
  • Rhymes: ̯i̯zəx

Adjective

lijzig (comparative lijziger, superlative lijzigst)

  1. slow, sluggish

Inflection

Inflection of lijzig
uninflected lijzig
inflected lijzige
comparative lijziger
positive comparative superlative
predicative/adverbial lijziglijzigerhet lijzigst
het lijzigste
indefinite m./f. sing. lijzigelijzigerelijzigste
n. sing. lijziglijzigerlijzigste
plural lijzigelijzigerelijzigste
definite lijzigelijzigerelijzigste
partitive lijzigslijzigers

Derived terms

  • lijzigheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.