moeiteloos

Dutch

Etymology

moeite + -loos

Pronunciation

  • (file)

Adjective

moeiteloos (comparative moeitelozer, superlative meest moeiteloos or moeiteloost)

  1. effortless

Inflection

Inflection of moeiteloos
uninflected moeiteloos
inflected moeiteloze
comparative moeitelozer
positive comparative superlative
predicative/adverbial moeiteloosmoeitelozerhet moeiteloost
het moeitelooste
indefinite m./f. sing. moeitelozemoeitelozeremoeitelooste
n. sing. moeiteloosmoeitelozermoeitelooste
plural moeitelozemoeitelozeremoeitelooste
definite moeitelozemoeitelozeremoeitelooste
partitive moeiteloosmoeitelozers

Adverb

moeiteloos

  1. effortlessly
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.