monsterlijk

Dutch

Etymology

From monster + -lijk.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈmɔnstərlək/
  • (file)
  • Hyphenation: mon‧ster‧lijk

Adjective

monsterlijk (comparative monsterlijker, superlative monsterlijkst)

  1. monstrous
    Synonyms: gedrochtelijk, gedrochtig, wangedrochtelijk, wangedrochtig

Inflection

Inflection of monsterlijk
uninflected monsterlijk
inflected monsterlijke
comparative monsterlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial monsterlijkmonsterlijkerhet monsterlijkst
het monsterlijkste
indefinite m./f. sing. monsterlijkemonsterlijkeremonsterlijkste
n. sing. monsterlijkmonsterlijkermonsterlijkste
plural monsterlijkemonsterlijkeremonsterlijkste
definite monsterlijkemonsterlijkeremonsterlijkste
partitive monsterlijksmonsterlijkers

Derived terms

  • monsterlijkheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.