onbeleefd

Dutch

Etymology

From Middle Dutch onbeleeft. Equivalent to on- + beleefd.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.bəˈleːft/
  • (file)
  • Hyphenation: on‧be‧leefd
  • Rhymes: -eːft

Adjective

onbeleefd (comparative onbeleefder, superlative onbeleefdst)

  1. uncivil, rude
  2. (obsolete) cruel, callous

Inflection

Inflection of onbeleefd
uninflected onbeleefd
inflected onbeleefde
comparative onbeleefder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onbeleefdonbeleefderhet onbeleefdst
het onbeleefdste
indefinite m./f. sing. onbeleefdeonbeleefdereonbeleefdste
n. sing. onbeleefdonbeleefderonbeleefdste
plural onbeleefdeonbeleefdereonbeleefdste
definite onbeleefdeonbeleefdereonbeleefdste
partitive onbeleefdsonbeleefders

Derived terms

  • onbeleefdheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.