onderduiken

Dutch

Etymology

onder + duiken

Pronunciation

  • (file)
  • Hyphenation: on‧der‧dui‧ken

Verb

onderduiken

  1. (ergative) to submerge, to submerse
  2. (ergative) to hide from authorities
Inflection
Inflection of onderduiken (strong class 2, separable)
infinitive onderduiken
past singular dook onder
past participle ondergedoken
infinitive onderduiken
gerund onderduiken n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular duik onderdook onderonderduikonderdook
2nd person sing. (jij) duikt onderdook onderonderduiktonderdook
2nd person sing. (u) duikt onderdook onderonderduiktonderdook
2nd person sing. (gij) duikt onderdookt onderonderduiktonderdookt
3rd person singular duikt onderdook onderonderduiktonderdook
plural duiken onderdooken onderonderduikenonderdooken
subjunctive sing.1 duike onderdooke onderonderduikeonderdooke
subjunctive plur.1 duiken onderdooken onderonderduikenonderdooken
imperative sing. duik onder
imperative plur.1 duikt onder
participles onderduikendondergedoken
1) Archaic.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.