ondersteunen

Dutch

Etymology

From onder- + steunen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔndərˈstøːnə(n)/
  • (file)

Verb

ondersteunen

  1. to support

Inflection

Inflection of ondersteunen (weak, prefixed)
infinitive ondersteunen
past singular ondersteunde
past participle ondersteund
infinitive ondersteunen
gerund ondersteunen n
present tense past tense
1st person singular ondersteunondersteunde
2nd person sing. (jij) ondersteuntondersteunde
2nd person sing. (u) ondersteuntondersteunde
2nd person sing. (gij) ondersteuntondersteunde
3rd person singular ondersteuntondersteunde
plural ondersteunenondersteunden
subjunctive sing.1 ondersteuneondersteunde
subjunctive plur.1 ondersteunenondersteunden
imperative sing. ondersteun
imperative plur.1 ondersteunt
participles ondersteunendondersteund
1) Archaic.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.