onschadelijk

Dutch

Etymology

on- + schadelijk

Pronunciation

  • (file)

Adjective

onschadelijk (comparative onschadelijker, superlative onschadelijkst)

  1. harmless

Inflection

Inflection of onschadelijk
uninflected onschadelijk
inflected onschadelijke
comparative onschadelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onschadelijkonschadelijkerhet onschadelijkst
het onschadelijkste
indefinite m./f. sing. onschadelijkeonschadelijkereonschadelijkste
n. sing. onschadelijkonschadelijkeronschadelijkste
plural onschadelijkeonschadelijkereonschadelijkste
definite onschadelijkeonschadelijkereonschadelijkste
partitive onschadelijksonschadelijkers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.