onvoorbereid

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Adjective

onvoorbereid (comparative onvoorbereider, superlative onvoorbereidst)

  1. unprepared
  2. cold (unprepared)

Inflection

Inflection of onvoorbereid
uninflected onvoorbereid
inflected onvoorbereide
comparative onvoorbereider
positive comparative superlative
predicative/adverbial onvoorbereidonvoorbereiderhet onvoorbereidst
het onvoorbereidste
indefinite m./f. sing. onvoorbereideonvoorbereidereonvoorbereidste
n. sing. onvoorbereidonvoorbereideronvoorbereidste
plural onvoorbereideonvoorbereidereonvoorbereidste
definite onvoorbereideonvoorbereidereonvoorbereidste
partitive onvoorbereidsonvoorbereiders
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.