uitgebreid

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Adjective

uitgebreid (comparative uitgebreider, superlative uitgebreidst)

  1. vast, spacious
  2. comprehensive, extensive
  3. copious

Inflection

Inflection of uitgebreid
uninflected uitgebreid
inflected uitgebreide
comparative uitgebreider
positive comparative superlative
predicative/adverbial uitgebreiduitgebreiderhet uitgebreidst
het uitgebreidste
indefinite m./f. sing. uitgebreideuitgebreidereuitgebreidste
n. sing. uitgebreiduitgebreideruitgebreidste
plural uitgebreideuitgebreidereuitgebreidste
definite uitgebreideuitgebreidereuitgebreidste
partitive uitgebreidsuitgebreiders

Adverb

uitgebreid

  1. extensively

Participle

uitgebreid

  1. past participle of uitbreiden

Inflection

Inflection of uitgebreid
uninflected uitgebreid
inflected uitgebreide
comparative
positive
predicative/adverbial uitgebreid
indefinite m./f. sing. uitgebreide
n. sing. uitgebreid
plural uitgebreide
definite uitgebreide
partitive uitgebreids
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.