varken

See also: värken

Dutch

Etymology

An old diminutive of var, from Proto-Germanic *farhaz. Compare Central Franconian Ferke.

Pronunciation

IPA^(key): /ˈvɑrkə(n)/
audio (file)
Rhymes: -ɑrkən

Noun

varken n (plural varkens, diminutive varkentje n, feminine zeug, masculine beer)

(zoology) pig
(figuratively) swine, dirty or foul person.
(archaic) knor, non-frat-member
certain objects

Synonyms

zwijn

Derived terms

aardvarken
minivarken
spaarvarken
varkensachtig
varkensblaas
varkensborstel
varkensbrood
varkensdrijver
varkensfokker
varkenshoeder
varkenshouder
varkensoogjes
varkensslager
varkensstal
varkensvlees
varkensvoer
een varkentje wassen

See also

barg, beer, big, geit, zeug

Swedish

Alternative forms

hvarken (obsolete since 1906)

Etymology

From Old Norse hvárgi.

Pronunciation

IPA^(key): /ˈvarkˌɛn/

Conjunction

varken

neither
varken X eller Y
neither X nor Y

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.