verwijtbaar

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Adjective

verwijtbaar (comparative verwijtbaarder, superlative verwijtbaarst)

  1. culpable, blameworthy

Inflection

Inflection of verwijtbaar
uninflected verwijtbaar
inflected verwijtbaare
comparative verwijtbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial verwijtbaarverwijtbaarderhet verwijtbaarst
het verwijtbaarste
indefinite m./f. sing. verwijtbaareverwijtbaardereverwijtbaarste
n. sing. verwijtbaarverwijtbaarderverwijtbaarste
plural verwijtbaareverwijtbaardereverwijtbaarste
definite verwijtbaareverwijtbaardereverwijtbaarste
partitive verwijtbaarsverwijtbaarders

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.