voorschrijven

Dutch

Etymology

voor + schrijven

Pronunciation

  • (file)

Verb

voorschrijven

  1. To prescribe.

Inflection

Inflection of voorschrijven (strong class 1, separable)
infinitive voorschrijven
past singular schreef voor
past participle voorgeschreven
infinitive voorschrijven
gerund voorschrijven n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular schrijf voorschreef voorvoorschrijfvoorschreef
2nd person sing. (jij) schrijft voorschreef voorvoorschrijftvoorschreef
2nd person sing. (u) schrijft voorschreef voorvoorschrijftvoorschreef
2nd person sing. (gij) schrijft voorschreeft voorvoorschrijftvoorschreeft
3rd person singular schrijft voorschreef voorvoorschrijftvoorschreef
plural schrijven voorschreven voorvoorschrijvenvoorschreven
subjunctive sing.1 schrijve voorschreve voorvoorschrijvevoorschreve
subjunctive plur.1 schrijven voorschreven voorvoorschrijvenvoorschreven
imperative sing. schrijf voor
imperative plur.1 schrijft voor
participles voorschrijvendvoorgeschreven
1) Archaic.

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.