voorsorteren

Dutch

Etymology

From voor + sorteren.

Pronunciation

  • (file)

Verb

voorsorteren

  1. to presort (mail)
  2. to get into the proper filter lane at an intersection

Inflection

Inflection of voorsorteren (weak, separable)
infinitive voorsorteren
past singular sorteerde voor
past participle voorgesorteerd
infinitive voorsorteren
gerund voorsorteren n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular sorteer voorsorteerde voorvoorsorteervoorsorteerde
2nd person sing. (jij) sorteert voorsorteerde voorvoorsorteertvoorsorteerde
2nd person sing. (u) sorteert voorsorteerde voorvoorsorteertvoorsorteerde
2nd person sing. (gij) sorteert voorsorteerde voorvoorsorteertvoorsorteerde
3rd person singular sorteert voorsorteerde voorvoorsorteertvoorsorteerde
plural sorteren voorsorteerden voorvoorsorterenvoorsorteerden
subjunctive sing.1 sortere voorsorteerde voorvoorsorterevoorsorteerde
subjunctive plur.1 sorteren voorsorteerden voorvoorsorterenvoorsorteerden
imperative sing. sorteer voor
imperative plur.1 sorteert voor
participles voorsorterendvoorgesorteerd
1) Archaic.

Derived terms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.