vooruitgespoeld

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Participle

vooruitgespoeld

  1. past participle of vooruitspoelen

Declension

Inflection of vooruitgespoeld
uninflected vooruitgespoeld
inflected vooruitgespoelde
comparative
positive
predicative/adverbial vooruitgespoeld
indefinite m./f. sing. vooruitgespoelde
n. sing. vooruitgespoeld
plural vooruitgespoelde
definite vooruitgespoelde
partitive vooruitgespoelds
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.