achtergrond
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
Pluriel |
---|
achtergronden |
achtergrond \Prononciation ?\ masculin
- Fond, arrière-plan, toile de fond, antécédents, cadre, passé, histoire antérieure.
- de achtergronden van een zaak
- les tenants et aboutissants d’une affaire, le fond de l'affaire
- als achtergrond
- en toile de fond, en fond
- de radio op de achtergrond
- la radio en fond
- wij kennen de achtergronden van de documenten niet
- nous ne connaissons ni les tenants ni les aboutissants des documents
- een politieke achtergrond
- un passé politique
- de achtergronden van een zaak
- Acquis, bagage, base de connaissance.
Synonymes
Dérivés
- achtergrondfiguur
- achtergrondgeheugen
- achtergrondgesprek
- achtergrondinformatie
- achtergrondkoor
- achtergrondmuziek
- achtergrondreportage
- achtergrondstraling
- achtergrondvocaal
- achtergrondzang
- achtergrondzanger
- achtergrondzangeres
- bureaubladachtergrond
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation
- Pays-Bas : écouter « achtergrond [Prononciation ?] »
Références
- Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.