bijsturen

Néerlandais

Étymologie

Composé de l´adverbe “bij” et du verbe “sturen”.

Verbe

bijsturen

Présent Prétérit
ik stuur bij stuurde bij
jij stuurt bij
hij, zij, het stuurt bij
wij sturen bij stuurden bij
jullie sturen bij
zij sturen bij
u stuurt bij stuurde bij
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben sturen bijd bijgestuurd
  1. Corriger, rectifier, redresser.

Synonymes

Prononciation

Prononciation manquante. (Ajouter)

Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.