tegenhouden

Néerlandais

Étymologie

De tegen et houden.

Verbe

Présent Prétérit
ik hou tegen hield tegen
jij houdt tegen
hij, zij, het houdt tegen
wij houden tegen hielden tegen
jullie houden tegen
zij houden tegen
u houdt tegen hield tegen
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben houden tegend tegengehouden

tegenhouden \Prononciation ?\ transitif

  1. Retenir, arrêter.
    • kan de inflatie door een prijsstop worden tegengehouden?
      un simple blocage des salaires permettrait-il de stopper l’inflation ?

Synonymes

Prononciation

Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.