vereniging
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
vereniging \vǝɾ.e.nɪ.ɣɪŋ\ féminin
- Réunion, rassemblement.
- Association (loi de 1901, ASBL, etc.).
- Recht van vereniging en vergadering.
- Liberté de réunion et d’association.
- Recht van vereniging en vergadering.
Dérivés
- belangenvereniging
- beroepsvereniging
- buurtvereniging
- carnavalsvereniging
- detaillistenvereniging
- emigrantenvereniging
- eredivisievereniging
- euthanasievereniging
- evangelisatievereniging
- familievereniging
- fokvereniging
- geheelonthoudersvereniging
- gezinsvoogdijvereniging
- gymnastiekvereniging
- gymvereniging
- handbalvereniging
- huisartsenvereniging
- huurdersvereniging
- ijsvereniging
- inkoopvereniging
- jachtvereniging
- jagersvereniging
- jongemannenvereniging
- kaatsvereniging
- koorvereniging
- kruisvereniging
- monumentenvereniging
- museumvereniging
- naturistenvereniging
- oranjevereniging
- patiëntenvereniging
- rasvereniging
- schaatsvereniging
- sportvereniging
- studentenvereniging
- VVV
- vakvereniging
- watersportvereniging
- werkgeversvereniging
Vocabulaire apparenté par le sens
Prononciation
- Pays-Bas : écouter « vereniging [vǝɾ.e.nɪ.ɣɪŋ] »
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.