luchtziek

Dutch

Etymology

From lucht + ziek.

Pronunciation

  • (file)

Adjective

luchtziek (comparative luchtzieker, superlative luchtziekst)

  1. airsick

Inflection

Inflection of luchtziek
uninflected luchtziek
inflected luchtzieke
comparative luchtzieker
positive comparative superlative
predicative/adverbial luchtziekluchtziekerhet luchtziekst
het luchtziekste
indefinite m./f. sing. luchtziekeluchtziekereluchtziekste
n. sing. luchtziekluchtziekerluchtziekste
plural luchtziekeluchtziekereluchtziekste
definite luchtziekeluchtziekereluchtziekste
partitive luchtzieksluchtziekers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.