opgepikt

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Participle

opgepikt

  1. past participle of oppikken

Declension

Inflection of opgepikt
uninflected opgepikt
inflected opgepikte
comparative
positive
predicative/adverbial opgepikt
indefinite m./f. sing. opgepikte
n. sing. opgepikt
plural opgepikte
definite opgepikte
partitive opgepikts
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.