scheidbaar

Dutch

Etymology

scheiden + -baar

Pronunciation

  • (file)

Adjective

scheidbaar (comparative scheidbaarder, superlative scheidbaarst)

  1. separable

Inflection

Inflection of scheidbaar
uninflected scheidbaar
inflected scheidbare
comparative scheidbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial scheidbaarscheidbaarderhet scheidbaarst
het scheidbaarste
indefinite m./f. sing. scheidbarescheidbaarderescheidbaarste
n. sing. scheidbaarscheidbaarderscheidbaarste
plural scheidbarescheidbaarderescheidbaarste
definite scheidbarescheidbaarderescheidbaarste
partitive scheidbaarsscheidbaarders

Antonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.