uitgepluisd
Dutch
Participle
uitgepluisd
past participle
of
uitpluizen
Declension
Inflection of
uitgepluisd
uninflected
uitgepluisd
inflected
uitgepluisde
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
uitgepluisd
indefinite
m.
/
f.
sing.
uitgepluisde
n.
sing.
uitgepluisd
plural
uitgepluisde
definite
uitgepluisde
partitive
uitgepluisds
This article is issued from
Wiktionary
. The text is licensed under
Creative Commons - Attribution - Sharealike
. Additional terms may apply for the media files.