coëfficiënt
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | coëfficiënt | coëfficiënten |
Diminutif | — | — |
coëfficiënt \ko.(ʔ)ɛ.fi.ˈsjɛnt, ko.(ʔ)ɛ.fi.ˈʃɛnt\ masculin
Dérivés
- absorptiecoëfficiënt
- bebouwingscoëfficiënt
- binomiaalcoëfficiënt
- correlatiecoëfficiënt
- determinatiecoëfficiënt
- diffusiecoëfficiënt
- geleidingscoëfficiënt
- gevoeligheidscoëfficiënt
- gewichtscoëfficiënt
- mortaliteitscoëfficiënt
- nuttigheidscoëfficiënt
- reflectiecoëfficiënt
- restitutiecoëfficiënt
- richtingscoëfficiënt
- spanningscoëfficiënt
- temperatuurcoëfficiënt
- uitzettingscoëfficiënt
- variatiecoëfficiënt
- verdelingscoëfficiënt
- weerstandscoëfficiënt
- wrijvingscoëfficiënt
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.