bedrijf

Néerlandais

Étymologie

Du verbe drijven avec le préfixe be-.

Nom commun

Nombre Singulier Pluriel
Nom bedrijf bedrijven
Diminutif bedrijfje bedrijfjes

bedrijf \bə.dɾɛjf\ neutre

  1. Entreprise, société.
    • Kleine en middelgrote bedrijven.
      Petites et moyennes entreprises, PME.
  2. Fonctionnement.
    • Tijdens bedrijf.
      En service.
    • In bedrijf.
      En service en fonctionnement.
    • In bedrijf zijn.
      Marcher, fonctionner.
    • In bedrijf stellen.
      Mettre en service.
    • Buiten bedrijf stellen.
      Mettre hors (de) service.
  3. (Théâtre) Acte.
    • (Figuré) Tussen de bedrijven door.
      Entre-temps, en même temps.

Synonymes

Dérivés

  • aannemersbedrijf
  • afvalbedrijf
  • afvalverwerkingsbedrijf
  • akkerbouwbedrijf
  • albedrijf
  • amusementsbedrijf
  • baggerbedrijf
  • bankbedrijf
  • bedrijfleider
  • bedrijfleiding
  • bedrijfsactiviteit
  • bedrijfsadministratie
  • bedrijfsadviseur
  • bedrijfsadvocaat
  • bedrijfsanalyse
  • bedrijfsarts
  • bedrijfsauto
  • bedrijfsbeheer
  • bedrijfsbelasting
  • bedrijfsbeleid
  • bedrijfsbezetting
  • bedrijfsbezoek
  • bedrijfsblad
  • bedrijfsblind
  • bedrijfsboer
  • bedrijfsbrand
  • bedrijfsbreed
  • bedrijfsbureau
  • bedrijfschap
  • bedrijfscommissie
  • bedrijfsconcentratie
  • bedrijfscorrespondentie
  • bedrijfscultuur
  • bedrijfsdetective
  • bedrijfsdienst
  • bedrijfsdoorlichting
  • bedrijfseconomie
  • bedrijfseconoom
  • bedrijfsethiek
  • bedrijfsfilm
  • bedrijfsfilosofie
  • bedrijfsgebouw
  • bedrijfsgeneeskunde
  • bedrijfsgeschiedenis
  • bedrijfsgroep
  • bedrijfshuishouding
  • bedrijfshuishoudkunde
  • bedrijfshulpverlening
  • bedrijfsidee
  • bedrijfsinkomen
  • bedrijfsjournalist
  • bedrijfsjurist
  • bedrijfskaart
  • bedrijfskader
  • bedrijfskapitaal
  • bedrijfsklaar
  • bedrijfskleding
  • bedrijfskolom
  • bedrijfskosten
  • bedrijfskrant
  • bedrijfskunde
  • bedrijfsleer
  • bedrijfsleider
  • bedrijfsleiding
  • bedrijfsleidster
  • bedrijfsleven
  • bedrijfsmaatschappelijk
  • bedrijfsmatig
  • bedrijfsmodel
  • bedrijfsnoodplan
  • bedrijfsnummer
  • bedrijfsongeval
  • bedrijfsopvolging
  • bedrijfsorganisatie
  • bedrijfsovername
  • bedrijfspand
  • bedrijfspastor
  • bedrijfsplan
  • bedrijfspolitiek
  • bedrijfsproces
  • bedrijfspsychologie
  • bedrijfspsycholoog
  • bedrijfsraad
  • bedrijfsrestaurant
  • bedrijfsresultaat
  • bedrijfsrevisor
  • bedrijfsruimte
  • bedrijfsschade
  • bedrijfsschadeverzekering
  • bedrijfsschool
  • bedrijfssector
  • bedrijfssluiting
  • bedrijfssociologie
  • bedrijfssoftware
  • bedrijfsspanning
  • bedrijfssparen
  • bedrijfsspel
  • bedrijfsspionage
  • bedrijfsstatistiek
  • bedrijfsstrategie
  • bedrijfssysteem
  • bedrijfstak
  • bedrijfstechnicus
  • bedrijfstijd
  • bedrijfsuitje
  • bedrijfsvereniging
  • bedrijfsvergunning
  • bedrijfsverkoop
  • bedrijfsverzamelgebouw
  • bedrijfsverzekering
  • bedrijfsvoering
  • bedrijfsvoetbal
  • bedrijfsvoorheffing
  • bedrijfsvorm
  • bedrijfswaardering
  • bedrijfswagen
  • bedrijfswebsite
  • bedrijfswetenschap
  • bedrijfswinkel
  • bedrijfswiskunde
  • bedrijfszeker
  • bedrijfszetel
  • bedrijvencentrum
  • bedrijvenpark
  • bedrijventerrein
  • bedrijver
  • bedrijvig
  • belbedrijf
  • bergingsbedrijf
  • boerenbedrijf
  • bosbedrijf
  • bosbouwbedrijf
  • bouwbedrijf
  • busbedrijf
  • cafébedrijf
  • chemiebedrijf
  • computerbedrijf
  • containerbedrijf
  • containeroverslagbedrijf
  • continubedrijf
  • coverbedrijf
  • dakdekkersbedrijf
  • deeltijdbedrijf
  • destructiebedrijf
  • distributiebedrijf
  • drinkwaterbedrijf
  • eenmansbedrijf
  • elektriciteitsbedrijf
  • energiebedrijf
  • escortbedrijf
  • familiebedrijf
  • filiaalbedrijf
  • filmproductiebedrijf
  • garagebedrijf
  • gasbedrijf
  • geldtransportbedrijf
  • gemeentebedrijf
  • gemeentevervoerbedrijf
  • gezinsbedrijf
  • grensbedrijf
  • groenbedrijf
  • grondbedrijf
  • grootbedrijf
  • grootwinkelbedrijf
  • handelsbedrijf
  • havenbedrijf
  • hoofdbedrijf
  • hoofdbedrijfschap
  • horecabedrijf
  • hoveniersbedrijf
  • ingenieursbedrijf
  • installatiebedrijf
  • interimbedrijf
  • internetbedrijf
  • jachtbedrijf
  • kleinbedrijf
  • klussenbedrijf
  • krijgsbedrijf
  • kringloopbedrijf
  • kunstbedrijf
  • landbouwbedrijf
  • leasebedrijf
  • leerbedrijf
  • levenbedrijf
  • levensmiddelenbedrijf
  • loonbedrijf
  • meetbedrijf
  • memobedrijf
  • mestbedrijf
  • metaalbedrijf
  • middenbedrijf
  • miljoenenbedrijf
  • moederbedrijf
  • monsterbedrijf
  • nutsbedrijf
  • offshorebedrijf
  • omroepbedrijf
  • oorlogsbedrijf
  • opleidingsbedrijf
  • opslagbedrijf
  • overheidsbedrijf
  • overslagbedrijf
  • papa-mamabedrijf
  • plankbedrijf
  • pluimveebedrijf
  • postbedrijf
  • postorderbedrijf
  • productiebedrijf
  • proefbedrijf
  • prostitutiebedrijf
  • relaxbedrijf
  • retailbedrijf
  • schadebedrijf
  • scheepvaartbedrijf
  • schildersbedrijf
  • schoonmaakbedrijf
  • seizoenbedrijf
  • seksbedrijf
  • semioverheidsbedrijf
  • sleutelbedrijf
  • sloopbedrijf
  • slopersbedrijf
  • slotbedrijf
  • staalbedrijf
  • staatsbedrijf
  • staatsoliebedrijf
  • stikstofbindingsbedrijf
  • taxibedrijf
  • telefoniebedrijf
  • telefoonbedrijf
  • televisiebedrijf
  • textielbedrijf
  • toeleveringsbedrijf
  • touringcarbedrijf
  • trambedrijf
  • transportbedrijf
  • tuinbedrijf
  • tuinbouwbedrijf
  • uitgeversbedrijf
  • uitvaartbedrijf
  • veeteeltbedrijf
  • veredelingsbedrijf
  • verhuisbedrijf
  • verladersbedrijf
  • vervoerbedrijf
  • vervoersbedrijf
  • verzekeringsbedrijf
  • wanbedrijf
  • waterleidingbedrijf
  • waterleidingsbedrijf
  • winkelbedrijf
  • zaadveredelingsbedrijf
  • zuivelbedrijf
  • zusterbedrijf

Forme de verbe

bedrijf \Prononciation ?\

  1. Première personne du singulier du présent de bedrijven.

Taux de reconnaissance

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 99,4 % des Néerlandais.

Prononciation

Références

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.