hoek
: Hoek
Afrikaans
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Frison
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Dérivés
- aanvalshoek
- achterhoek
- achthoek
- achthoekig
- baanhoek
- balhoofdhoek
- basishoek
- beeldhoek
- bergschenhoek
- binnenhoek
- boomhoek
- boterhoek
- bouwhoek
- bovenhoek
- brekingshoek
- buitenhoek
- camerahoek
- cillaarshoek
- daalhoek
- dertienhoek
- dishoek
- dode hoek (angle mort)
- driehoek
- driehoekig
- eethoek
- elevatiehoek
- elfhoek
- fasehoek
- gelaatshoek
- gezichtshoek
- glooiingshoek
- grashoek
- greidhoek
- grenshoek
- groothoek
- halshoek
- hellingshoek
- het hoekje omgaan (casser sa pipe)
- hoekband
- hoekbank
- hoekboor
- hoekdeel
- hoekdeellijn
- hoekdek
- hoeken
- hoeker
- hoekfrequentie
- hoekgetrouw
- hoekgraad
- hoekhuis
- hoekig
- hoekijzer
- hoekkast
- hoekkeper
- hoeklens
- hoeklijn
- hoekman
- hoekmeetinstrument
- hoekmeter
- hoekmeting
- hoekmoment
- hoekmuur
- hoeknaad
- hoeknippel
- hoekplaat
- hoekprisma
- hoekpunt
- hoeks
- hoekschop
- hoeksein
- hoeksgewijs
- hoekslag
- hoeksnelheid
- hoekspar
- hoekspiegel
- hoekstandig
- hoeksteen
- hoekstoot
- hoektafel
- hoektand
- hoektoren
- hoekverbinding
- hoekversnelling
- hoekvlag
- hoekwant
- hoekwoning
- hoekworp
- hoekzak
- invalshoek
- jodenhoek
- kamerhoek
- kijfhoek
- kinderhoek
- klauwhoek
- koffiehoek
- leeshoek
- molenhoek
- mondhoek
- mookhoek
- negenhoek
- nevenhoek
- noordhoek
- noordoosthoek
- noordwesthoek
- omtrekshoek
- ooghoek
- oosthoek
- openingshoek
- opnamehoek
- overhoeks
- pishoek
- polarisatiehoek
- puttershoek
- randhoek
- rechte hoek (angle droit)
- rechthoek
- reuzenhoek
- richthoek
- richtingshoek
- ruimtehoek
- scheefhoek
- scherphoek
- schoorhoek
- schoothoek
- schootshoek
- schuilhoek
- smitshoek
- standhoek
- stoothoek
- straathoek
- tienhoek
- tophoek
- tweevlakshoek
- twintighoek
- uithoek
- uurhoek
- valhoek
- veelhoek
- veelvlakshoek
- vergeethoek
- vierhoek
- vijfhoek
- vijftienhoek
- vishoek
- westhoek
- windhoek
- Windhoek
- wrijvingshoek
- zeshoek
- zestienhoek
- zevenhoek
- zeventienhoek
- zeshoekig
- zevenhoekig
- zithoek
- zoemhoek
- zuidhoek
- zuidoosthoek
- zuidwesthoek
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « hoek [ɦuk] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « hoek »
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.