inlijven

Néerlandais

Étymologie

Calque du latin incorporare. Composé de la préposition in, de lijf « corps » et du suffixe -en.

Verbe

Présent Prétérit
ik lijf in lijfde in
jij lijft in
hij, zij, het lijft in
wij lijven in lijfden in
jullie lijven in
zij lijven in
u lijft in lijfde in
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben lijven ind ingelijfd

inlijven \Prononciation ?\ transitif

  1. Embrigader, affilier.
    • Laat je niet inlijven!
      Ne te laisse pas embrigader !
  2. Annexer.
    • In 1810 werd Nederland bij Frankrijk ingelijfd.
      En 1810, les Pays-Bas furent annexés à la France.

Synonymes

embrigader
annexer
  • annexeren

Prononciation

Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.