bestand

Voir aussi : Bestand

Néerlandais

Étymologie

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Nom commun

Nombre Singulier Pluriel
Nom bestand bestanden
Diminutif bestandje bestandjes

bestand \Prononciation ?\ neutre

  1. Trêve.
    • het bestand tussen Israël en Egypte : la trêve entre Israël et l’Égypte
  2. Fichier.
    • (Informatique) alleen lezen bestand : fichier en lecture seule
    • (Informatique) verborgen bestand : fichier caché

Synonymes

trêve

fichier

Dérivés

  • abonneebestand
  • abonnementenbestand
  • adresbestand
  • adressenbestand
  • afdelingsledenbestand
  • affixbestand
  • artikelbestand
  • audiobestand
  • back-upbestand
  • bestanddeel
  • bestandenlijst
  • bestandheid
  • bestandsakkoord
  • bestandsbeheer
  • bestandscreatie
  • bestandsformaat
  • bestandsgrootte
  • bestandsherstructurering
  • bestandshuishouding
  • bestandslijn
  • bestandsmanipulatie
  • bestandsnaam
  • bestandsnaamruimte
  • bestandsopbouw
  • bestandsoperatie
  • bestandsorganisatie
  • bestandsorganisatiemethoden
  • bestandsoverdracht
  • bestandsovereenkomst
  • bestandsoverzicht
  • bestandsschending
  • bestandsselectie
  • bestandsserver
  • bestandsspecificatie
  • bestandsstructuur
  • bestandssysteem
  • bestandsvervuiling
  • bestandsvoorstel
  • bestellingenbestand
  • boombestand
  • bomenbestand
  • branchebestand
  • clausulebestand
  • cliëntenbestand
  • computerbestand
  • crediteurenbestand
  • databestand
  • debiteurenbestand
  • directiebestand
  • dokumentbestand
  • donateursbestand
  • dossierbestand
  • etikettenbestand
  • factuurbestand
  • gegevensbestand
  • geluidsbestand
  • helpbestand
  • hoofdbestand
  • houtbestand
  • hulpbestand
  • inkoopbestand
  • invoerbestand
  • journaalpostenbestand
  • kerstbestand
  • klantenbestand
  • crediteurenbestand
  • ledenbestand
  • leerlingenbestand
  • leggerbestand
  • lezersbestand
  • logbestand
  • maatschappijbestand
  • materiaalbestand
  • medewerkersbestand
  • monsterbestand
  • mutatiebestand
  • opmaakbestand
  • opperbestand
  • patiëntenbestand
  • personeelsbestand
  • personenbestand
  • polisbestand
  • polisopmaakbestand
  • priesterbestand
  • printbestand
  • programmabestand
  • projectenbestand
  • prolongatiebestand
  • relatiebestand
  • reservebestand
  • reserveringsbestand
  • saldibestand
  • schadebestand
  • schaduwbestand
  • spellingcontrolebestand
  • stambestand
  • statistiekbestand
  • studentenbestand
  • systeembestand
  • tekstbestand
  • tekstenbestand
  • testbestand
  • titelbestand
  • totaalbestand
  • tussenbestand
  • uitvoerbestand
  • uurprijzenbestand
  • verzekerdenbestand
  • videobestand
  • visbestand
  • voorraadbestand
  • voorradenbestand
  • wachtbestand
  • wagenparkbestand
  • weekbestand
  • werkbestand
  • werkgeversbestand
  • werklozenbestand
  • wildbestand
  • winkelbestand
  • woningbestand
  • woordenbestand
  • woordenlijstbestand
  • zipbestand

Adjectif

bestand \Prononciation ?\

  1. Résistant.
    • bestand zijn tegen : résister à, supporter.
    • tegen alles bestand zijn : être à toute épreuve.

Synonymes

Prononciation

  • Pays-Bas : écouter « bestand »
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.