hoofd

Néerlandais

Étymologie

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Nom commun

Nombre Singulier Pluriel
Nom hoofd hoofden
Diminutif hoofdje hoofdjes

hoofd \ɦo:fd\ het

  1. (Anatomie) Tête.
    • Het hoofd bieden aan.
      Faire face à.
    • Aan het hoofd staan van.
      Être à la tête de.
    • Ik heb wat anders aan mijn hoofd.
      J’ai d'autres chats à fouetter.
    • Dat hangt ons boven het hoofd.
      Ça nous pend au nez.
    • Als hij wat in z'n hoofd heeft, krijg je het er niet meer uit.
      Quand il a quelque chose dans la tête, on peut dire qu’il ne l’a pas dans les pieds.
    • Uit hoofde van.
      En vertu de, en application de, du chef de, au titre de, pour cause de, en raison de.
    • De datum vermeld in het hoofd van deze akte.
      La date figurant au début de cet acte.
    • In hoofde vermelde firma.
      La société mentionnée en objet.
  2. (Par métonymie) Personne.
    • Zoveel per hoofd.
      Tant par tête, par personne.
    • Per hoofd van de bevolking.
      Par tête d’habitant.
  3. Chef, responsable, directeur.

Synonymes

anatomie
personne
chef

Dérivés

  • achterhoofd
  • balhoofd
  • balkhoofd
  • benedenhoofd
  • binnenhoofd
  • blokhoofd
  • blootshoofds
  • bosschenhoofd
  • bovenhoofd
  • briefhoofd
  • brievenhoofd
  • bruggenhoofd
  • buitenhoofd
  • bureauhoofd
  • daashoofd
  • diensthoofd
  • doodshoofd
  • dorpshoofd
  • ezelshoofd
  • gezinshoofd
  • giethoofd
  • gildhoofd
  • groothoofd
  • hardhoofdig
  • havenhoofd
  • hazenhoofd
  • heethoofd
  • hoofd-van-jut
  • hoofdaccent
  • hoofdactiviteit
  • hoofdader
  • hoofdadvocaat-generaal
  • hoofdafdeling
  • hoofdagent
  • hoofdagentschap
  • hoofdakte
  • hoofdaltaar
  • hoofdambtenaar
  • hoofdaandrijfas (arbre de commande principal)
  • hoofdarbeid
  • hoofdarbeider
  • hoofdartikel
  • hoofdas
  • hoofdbalk
  • hoofdband
  • hoofdbedrijf
  • hoofdbedrijfschap
  • hoofdbekommernis
  • hoofdberoep
  • hoofdbestanddeel
  • hoofdbestuur
  • hoofdbeuk
  • hoofdbewerking
  • hoofdbewoner
  • hoofdboek
  • hoofdbreken
  • hoofdbrekend
  • hoofdbron
  • hoofdburcht
  • hoofdbureau
  • hoofdcijfer
  • hoofdcommies
  • hoofdcommissaris
  • hoofdcomponent
  • hoofdconducteur
  • hoofdcortège
  • hoofddeel
  • hoofddeksel
  • hoofddeugd
  • hoofddiagonaal
  • hoofddirecteur
  • hoofddirectie
  • hoofddirectory
  • hoofddocent
  • hoofddoek
  • hoofddoekje
  • hoofddoel
  • hoofdeconoom
  • hoofdeind
  • hoofdeinde
  • hoofdelijk
  • hoofdeling
  • hoofdeloos
  • hoofdfeit
  • hoofdfiguur
  • hoofdfilm
  • hoofdfonds
  • hoofdframe
  • hoofdgast
  • hoofdgeboorte
  • hoofdgebouw
  • hoofdgedachte
  • hoofdgeld
  • hoofdgerecht
  • hoofdgestel
  • hoofdgod
  • hoofdgodsdienst
  • hoofdgroep
  • hoofdhaar
  • hoofdhuid
  • hoofdig
  • hoofdijzer
  • hoofdingang
  • hoofdinspecteur
  • hoofdinspectie
  • hoofdkaas
  • hoofdkanaal
  • hoofdkantoor
  • hoofdkerk
  • hoofdklasse
  • hoofdklasser
  • hoofdklemtoon
  • hoofdkleur
  • hoofdknik
  • hoofdkraan
  • hoofdkromming
  • hoofdkussen
  • hoofdkwaal
  • hoofdkwartier
  • hoofdlading
  • hoofdleiding
  • hoofdletsel
  • hoofdletter
  • hoofdligger
  • hoofdligging
  • hoofdlijn
  • hoofdling
  • hoofdluis
  • hoofdmaaltijd
  • hoofdmachinist
  • hoofdmacht
  • hoofdman
  • hoofdmedewerker
  • hoofdmenu
  • hoofdmeting
  • hoofdmiddel
  • hoofdmonitor
  • hoofdmoot
  • hoofdmotief
  • hoofdnaamruimte
  • hoofdnerf
  • hoofdofficier
  • hoofdonderwijzer
  • hoofdonderwijzeres
  • hoofdoorzaak
  • hoofdorgaan
  • hoofdoverspanning
  • hoofdpagina
  • hoofdpeluw
  • hoofdpersonage
  • hoofdpersoon
  • hoofdpiet
  • hoofdpijn
  • hoofdplaat
  • hoofdplaats
  • hoofdpostkantoor
  • hoofdprijs
  • hoofdpunt
  • hoofdrailnet
  • hoofdredacteur
  • hoofdredactie
  • hoofdreeks
  • hoofdregel
  • hoofdrekenen
  • hoofdrestaurant
  • hoofdriool
  • hoofdrivier
  • hoofdrol
  • hoofdroos
  • hoofdschakelaar
  • hoofdschedel
  • hoofdschool
  • hoofdschotel
  • hoofdschudden
  • hoofdschuldige
  • hoofdseinpaal
  • hoofdsieraad
  • hoofdslagader
  • hoofdsom
  • hoofdsoort
  • hoofdspoor
  • hoofdstad (capitale d’un pays)
  • hoofdstation (gare centrale)
  • hoofdstel
  • hoofdsteun
  • hoofdstof
  • hoofdstraat
  • hoofdstraf
  • hoofdstreek
  • hoofdstudie
  • hoofdstuk
  • hoofdtak
  • hoofdtelefoon
  • hoofdtelwoord
  • hoofdtijdvak
  • hoofdtitel
  • hoofdtooi
  • hoofdtoon
  • hoofdtoonsoort
  • hoofdtouw
  • hoofdtransplantatie
  • hoofdtrap
  • hoofdtrek
  • hoofdvaart
  • hoofdvak
  • hoofdvakker
  • hoofdverantwoordelijk
  • hoofdverkeersweg
  • hoofdverpleegkundige
  • hoofdverpleegster (infirmière en chef)
  • hoofdverpleger
  • hoofdvlak
  • hoofdvlees
  • hoofdvlies
  • hoofdvoedsel
  • hoofdvogel
  • hoofdvorm
  • hoofdwacht
  • hoofdwas
  • hoofdweg
  • hoofdwegennet
  • hoofdwerk
  • hoofdwerktuigkundige
  • hoofdwerkwoord
  • hoofdwond
  • hoofdzaak
  • hoofdzeer
  • hoofdzeil
  • hoofdzetel
  • hoofdzin
  • hoofdzonde
  • hoofdzuster
  • hoofdzweer
  • kaalhoofdig
  • kinderhoofd
  • koorhoofd
  • kruishoofd
  • laadhoofd
  • landhoofd
  • langhoofdig
  • leeghoofd
  • legerhoofd
  • loshoofd
  • manshoofd
  • meerhoofdig
  • mensenhoofd
  • nachthoofd
  • okshoofd
  • onderhoofd
  • onthoofden
  • opperhoofd
  • paalhoofd
  • pothoofd
  • potshoofd
  • punthoofd
  • raaghoofd
  • rayonhoofd
  • reekshoofd
  • regeringshoofd
  • rijshoofd
  • roedehoofd
  • schildhoofd
  • schoolhoofd
  • sluishoofd
  • staatshoofd
  • stamhoofd
  • stijfhoofd
  • strandhoofd
  • strottenhoofd
  • studiehoofd
  • subhoofd
  • tweehoofdig
  • veerhoofd
  • voorhoofd
  • walhoofd
  • wandelhoofd
  • warhoofd
  • waterhoofd
  • wijshoofd
  • zeehoofd
  • zulthoofd
  • zwaarhoofd
  • zwakhoofd
  • zwijnshoofd

Prononciation

  • Pays-Bas  : écouter « hoofd [ɦoːfd] »
  • Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « hoofd »
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.