fabriek
Afrikaans
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Néerlandais
Étymologie
- Du français.
Nom commun
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | fabriek | fabrieken |
Diminutif | fabriekje | fabriekjes |
fabriek \fa.bɾi:k\ féminin
- Usine, fabrique, manufacture.
- fabriek voor koolzuurhoudende frisdranken
- limonaderie
- af fabriek
- à l’usine, départ usine
- prijs af fabriek
- prix départ usine
- fabriek voor koolzuurhoudende frisdranken
Dérivés
- aardewerkfabriek
- aluminiumfabriek
- azijnfabriek
- blikfabriek
- cementfabriek
- clichéfabriek
- cokesfabriek
- droomfabriek
- eetfabriek
- fabrieken
- fabriekmatig
- fabrieksaardappel
- fabrieksaanwijzing (notice du constructeur)
- fabrieksarbeider
- fabrieksfout
- fabrieksgarantie
- fabrieksgeheim
- fabriekshal
- fabrieksindustrie
- fabrieksmatig
- fabrieksmelk (lait d’usine)
- fabriekspoort
- fabrieksprijs
- fabrieksrestant
- fabrieksrijder
- fabrieksrollade
- fabrieksschip
- fabrieksschoorsteen
- fabrieksstop
- fabrieksteam
- fabriekswinkel
- fabrikant
- gasfabriek
- gistfabriek
- glasfabriek (verrerie)
- handfabriek
- hitfabriek
- kaarsenfabriek
- kaasfabriek
- kartonfabriek
- kerkfabriek
- leerfabriek
- luciferfabriek
- machinefabriek
- meelfabriek
- melkfabriek
- mestfabriek
- meubelfabriek
- oliefabriek (huilerie)
- opwerkingsfabriek
- papierfabriek
- pretfabriek
- proeffabriek
- rolladefabriek
- ruimtefabriek
- sigarettenfabriek
- staalfabriek (aciérie)
- steenfabriek
- stijfselfabriek
- suikerfabriek
- tabaksfabriek
- tapijtfabriek
- textielfabriek
- timmerfabriek
- touwfabriek (corderie)
- verffabriek
- verrijkingsfabriek
- vleesfabriek
- vliegtuigfabriek
- zeepfabriek (savonnerie)
- zijdefabriek
- zinkfabriek
- zuivelfabriek
Vocabulaire apparenté par le sens
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « fabriek [fa.bɾi:k] »
Références
- Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
Cet article est issu de Wiktionary. Le texte est sous licence Creative Commons - Attribution - Partage dans les Mêmes. Des conditions supplémentaires peuvent s'appliquer aux fichiers multimédias.